van
KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 47
nisme. Het kohier van 1561 van de huizen (het dorp),
noch dat van het platteland (Haagambacht) kent daar
ter plaatse nog bezit van het Kapittel1
De 3J/2 hond der hofboeken, die zich verder naar het
zuiden achter de woonerven van het Noordeinde uit
strekten en in de Pieter Kocxsteeg hun uitweg hadden,
zijn in 1561 in handen van Jan van Dam, rekenmeester
van de Kamer van Holland en blijken dan een boom
gaard te dragen,
De situatie is dus in algemeene trekken te denken als
het bijgaande schetsje aangeeft (kaart no. 1).
De hofpenning van de posten beginnende met Dirk de
Brugom tot en met Maarten Jansz. op f. 65 en 66 van
het kohier zal dus schuilen in de 1 mg. 2 h. land van het
St. Nicolaas Gasthuis met uitzondering van de 1J4 den.
van Dirk de Brugom en die van Thys Engelsz. Deze
uiterst geringe bedragen wijzen stellig niet op bedrijf s-
bleekvelden, maar wel op kleine erven, dus misschien op
de erfjes, waar het huis van Dirk en de stal van Thys
uit de kohierposten op staan. Trouwens reeds in het
hofboek van 1458 wordt de aanwezigheid van huizen op
de 1 mg. 2 h. Gasthuiswei vermeld 2). Maar als het Oude,
d.i. het St. Nicolaas Gasthuis in 1477 de 1 mg. 2 h.
(tezamen met nog 1 mg. westwaarts daarvan) van Jan
Duucker koopt, is in de koopacte alleen van land, niet
ook van huizen sprake3). Het is dus niet uitgesloten,
dat de huizen er na 1477 op gezet zijn, waarbij er aan
Van het archief van het Kapittel is slechts weinig bewaard
gebleven aangaande het landbezit bij Den Haag. Zie: Jhr Mr
A. H. Martens van Sevenhoven, Archief van het Kapittel
St Maria op het Hof te 's-Gravenhage, 1914.
2) Hofb. 1458: blz. 54, f. 33.
3) Arch. St. Nicolaas Gasthuis, R.A. Den Haag, Inv. no. 108,
reg. no. 164.