herinnerd dient te worden, dat het hofboek van 1458 als legger gebruikt is en dat er gedateerde bijschrijvingen in voorkomen tot ca. 1490 toe. Ook het hofboek van 1561 vermeldt een paar huizen op de bedoelde wei. Zelfs als men aanneemt, dat dit de posten voor Dirk de Brugom en Thys Engelsz voorstellen (wat niet zeker is), dan schijnt uit dit alles toch wel te volgen, dat het hofboek van 1561 opmerkelijk in gebreke blijft om de volledige bebouwing en het bijzondere gebruik van den grond daar ter plaatse te registreeren. In het bovenstaande heb ik in het kort het belang van de kohieren van den tienden penning voor de kennis van het onroerend bezit en van de bevolking van Den Haag geschetst. Ik twijfel er niet aan, of men zal het met mij eens zijn, dat voor de 16de eeuw de kohieren hun taak te vervullen hebben naast de hofboeken, een taak overigens, die in geenen deele voor die van de hofboeken dier zelfde eeuw onderdoet. Alvorens afscheid te nemen van de kohieren zou ik nog een bijkomstig punt ter sprake willen brengen. Het kohier „van den huyssen in den Hage” van anno 1561 no. 1269 geeft een opsomming der woningen naar de straten. Deze zijn daarbij in vier dorpswijken of kwartieren onderge bracht en het loont wel de moeite even op deze kwartie ren het oog te richten. Wel is waar ontbreekt in den tekst het hoofd: eerste kwartier (terwijl men daaronder ook nog vergeten heeft de oostzij van de Nieuwstraat afzon derlijk te vermelden), maar het is uit alles duidelijk, dat dit slechts een toevallige weglating is. Dit blijkt o.m. uit vergelijking met het dorpskohier no. 622, waarvan de indeeling in vieren volkomen gelijk is aan die in no. 1269. Het bijgaande schetsje toont hun grenzen. Bij beschou wing daarvan vallen onmiddellijk een paar eigenaardig heden in het oog. Men ziet bijv., hoe de Molenstraat en 4 KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 49

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 60