HET HOFBOEK VAN 1561 EN HET
50
t
de Papestraat samen met de westzij van de Hoogstraat
niet tot het noordwest-, maar tot het noordoostkwartier
gerekend worden; verder dat de Vijverberg niet in een
zelfde kwartier ligt met het Voorhout en de Hooge
Nieuwstraat; dan dat de oostzij van de Veenestraat tot
wat men zou kunnen noemen het hofkwartier, de westzij
daarentegen tot het zuidkwartier gebracht is; ten slotte
dat de Spuistraat gescheiden in noord- en zuidkant over
twee wijken verdeeld is. Wat de diepere grond van deze
indeeling in kwartieren is, heb ik niet kunnen ervaren.
Of er een oude dorpsindeeling aan ten grondslag ligt,
weet ik niet te zeggen. Men zou dan echter mogen ver
wachten, dat latere Haagsche kohieren uit de 17de eeuw
op dien zelfden grondslag aangelegd waren, maar dat
is niet het geval. Zoo kent het kohier van den 500sten
penning van 1627 1niet minder dan 12 kwartieren in
het dorp, welke echter door geenerlei samenvoeging de
indeeling van 1561 voor den dag vermogen te brengen.
Ook de 6 wijken van het kohier van den 200sten pen
ning van 1674 2) laten zich niet herleiden tot de 4 kwar
tieren van 1561.
Met de kwartieren, die aan de vier klapwakers van
Den Haag toegewezen waren, vertoonen de wijken van
het kohier van 1561 al evenmin overeenstemming3).
Maar die vier klapwakerskwartieren hebben althans een
behoorlijken ondergrond; men begrijpt den zin en de
beteekenis dier indeeling.
,,Aan de hand der hofboeken” heeft Pabon4) een
x) Dr H. E. van Gelder, Haagsche cohieren I, Jaarb. Die Haghe,
1913, bl. 9.
2) Dr H. E. van Gelder, Haagsche cohieren II, Jaarb. Die Haghe,
1914/15, bl. 1.
3) Drs N. J. Pabon, Jaarb. Die Haghe, 1936, bl. 235, waar men
deze kwartieren nader omschreven vindt.
4) De hofboeken van 's-Gravenhage, inleiding bl. XVI.