KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 51
voor deze eigenaardige kwartieren
vraag, dan geschiedt dat in de hoop, dat de ontdekking
van den grondslag dier dorpsverdeeling op haar beurt
weer iets zou kunnen bijdragen, dat licht werpt op oudere
bewoningstoestanden van Den Haag.
wijkverdeeling in vieren van de bewoning gemaakt, waar
aan een officieel tintje verleend wordt door op een
behoefte der administratie te zinspelen. Nog daargelaten,
dat het belang van een dorpsindeeling in kwartieren zich
voor de hofhoeken niet opdringt, meen ik overigens te
kunnen aantoonen, dat de hofboeken zich met geenerlei
wijkindeeling in vieren in den zin van Pabon inlaten. Een
nadere vergelijking tusschen de quasi-kwartieren der hof
boeken en de werkelijke kwartieren der kohieren kan
daarom achterwege blijven.
Ik kan ten aanzien van de kohierkwartieren van 1561
voorloopig tot geen andere gevolgtrekking komen dan
deze: öf zij berusten op een bestaande wijkindeeling, die
voor een anderen diensttak dan de belastingdienst wer
kelijke beteekenis heeft öf men heeft te maken met een
indeeling ad hoe, waarvan de beteekenis mij dan echter
niet duidelijk is.
Als ik de aandacht