EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS
67
den staat blijkt, dat het huisje gekocht werd door Gerrit
Maes.
Bracht de bestaande houten brug veel last, ook de
omheining van den tuin was geen eenvoudige zaak.
30 September 1636 deed Johan Maurits het verzoek een
schutting om den tuin te mogen maken, doch naar het
schijnt was deze toen reeds, zoo niet gereed, dan toch
een heel eind gevorderd, want op 3 October daarop
werd hem aangezegd de schutting af te laten breken.
Waarschijnlijk voldeed hij niet spoedig genoeg aan
den wensch van de Heeren, zoodat een tijdgenoot het
volgende aan Huygens kon berichten:Graaf Mau
rits heeft ’s nachts laten werken tegenover de raad
kamer van den Hoogen Raad, maar de heeren hebben
alles door 50 man in het water laten gooien. Het was
een heel relletjei).
Inmiddels was J. M. 4 Augustus 1636 benoemd tot
gouverneur van West-Indië en verliet hij in het begin
van den herfst het land om zich naar zijn post in Brazi
lië te begeven. 23 Januari 1637 kwam hij daar aan en ook
hier vergat hij zijn in aanbouw zijnde Haagsche woning
niet. Verschillende bewaard gebleven brieven bewijzen
dit. Zoo schreef Huygens hem op 17 November 1637:
Wij verwachten met spanning de schoone mate
rialen die gij belooft te zenden en die zouden kunnen
dienen voor een kleine tempel van Salomo. Uw huis
ziet er nu statig uit en ook het mijne versiert de Pooten
en de Plaats”2), terwijl J. M. op 16 Januari 1638
uit Antonio Vaz, in een brief aan Huygens, vraagt:
Je vous prie de m’escrire si mon batiment s’avan-
ceUit het antwoordschrijven van Huygens van
1 April 1638 volgt dan, dat het huis dien zomer nog wel
Worp. Briefwisseling C. Huygens. Brief 1463, bladz. 200.
2) Worp. Briefwisseling C. Huygens. Brief 1763, bladz. 333.