EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS
73
x) A.R.A. Rekenkamer no. 227 en Boek v. Appointementen van
1668-1674 fol. 40V en 502. Zie ook XIX memoriael van alderhande
saaken van 1662-1668 fol. 356-356V-358.
2) A.R.A. Rekenkamer no. 227. Boek Appointementen 1668-1674
fol. 5IV.
Exc.ie op sijn versouck toegestaen, dat hij buyten de
muyr van het Aeckerlant sail mogen maecken een schuyl-
plaets, ofte uytsteck, uyt comende op de straet voor
sijn Exrcie huysinge, mits dat het selve nyet verder
uytspringe als vijff voet, volgens de teyckeninge huyden
daer aff ter camere verthoont:l). Dit gebouwtje is,
zooals wij later nog uitvoeriger zullen bespreken, eerst
in 1852 gesloopt.
Als laatste is hier dan te noemen het schrijven van
den vorst aan de Ed: Mog: Heeren, de Heeren van de
Reeck.r. van de Ed: Gr: Mog: Heeren de Staten van
Holland en West Vriesland, waarin de vorst verzoekt
het Akerland in erfpacht te kunnen krijgen. Hij maakt
daarbij opmerkzaam op zijn hoogen leeftijd, waardoor
hij weinig gelegenheid meer zal hebben om van de
groote kosten, door hem aan den aanleg van het Aker
land besteed en nog te besteden, te kunnen genieten.
Gaarne zou hij zien, dat ook zijn erfgenamen profijt
zouden hebben van de door hem daaraan aangewende
gelden. Als tegenprestatie, „ende om te faciliteren
U: Ed: Mog: goede gunste, neempt hij vertoonder aen
rontom ’t gansche Aeckerlant, dat so schandelijck int
ooghe van de H.ren van den Hoghen Rade en al de
werelt is leggende, met een steene kay, tot sijne costen,
te omringen”2). Nadat hierop op 13 Juni gunstig was
beschikt, werd op 22 Juni het maken van den kaaimuur
besteed. Aannemers waren Aryen Leenderts Rotteveel
en Gijsbert van der Burch, voor den prijs van 2805 Gld.
Het werk moest in 10 weken gereed zijn. Voor iedere