DE ARCHITECT MAURITS PIETERSZ. POST 74 14 dagen vertraging zou 25 gulden worden afgehouden. De klinker moest zijn van de beste rijswijksche soort, de specie twee deelen kalk op een deel tras, terwijl de vorst zelf voor de te verwerken hardsteen zou zorgen. Het bewaard gebleven bestek is onderteekend door den vorstelijken opdrachtgever, de beide aannemers en Maurits Post1). Deze laatste leidde het werk, waar schijnlijk in dienst van zijn vader, om na diens dood geheel in zijn plaats te treden. Nadat alles was geregeld, het werk besteed, en een tocht naar Scheveningen Doncker het volgende in zijn afrekenstaat deed vermelden, 2) 1668 15 Juni, „aen tol bet. als ick met sijn f.g. in sijne cales met 4 peer- den naer Scevening12 reisde de vorst naar Siegen, onder geleide van een tien tal ruiters, of zooals het in de vergunning heet: dat zijne vorstelijcke doorlucht, tot desselfs voor genomen reyse naer 't graeffschap Siegen voor den tijd van drie maenden, hem zal mogen dienen van acht ofte tien ruyters ende een corporael uyt zijne compag nie3) Op 5 Sept. 1668 schreef de vorst uit Kleef een brief aan Maurits Post. Wij ervaren dit uit het antwoordschrijven van den architect, dat bewaard is gebleven en als volgt luidt: Doorluchtichge Hoogh gebooren vors genadeste Heer, U wee doorluchticheijt schrijven van den 5 gedackteert uijt Cleeff, ontfangen, ende daer uijt verstaen, dat U: wee: vorstlijcke genaden de teijckenninge van U: w: hoogh gemelde wapen ontfangen heb, 1) Arch. Heeren v. Wisch, no. 265. 2) Arch. Heeren v. Wisch, no. 265. 3) A.R.A. Res. Gec. Raden Holland, no. 3017 31 Aug. 1668.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 87