DE ARCHITECT MAURITS PIETERSZ. POST 82 li x) Staatsarchief Wiesbaden Aites Dillenburger Arch. Bd. 861, Vol. II, fol. 130, opgenomen in Siegerland 1935, Heft 2, bladz. 59. „...Wat aen belangh dat U: wee: vors: gena: mijn schrijf da(t) ick in bedencke soude neemen, of met het h(oogh) gemelde marbel heelt niet inde begraffenis soude moge(e) stellen, hebbe mijn daer over óedach, ende in geen deelen conen bedeneken dat het tegen eenege Reede soude conen sijn, door dien de plas al reede veerdich sijnde, ende het selleste beelt daer toe is geordeneert ende gedissponneert ende al reede hier sijnde, hebbe sonder eenege langer nadenekin, met alle sorghvullicheyt het voor gemelde beel met de kas in de begraffenis laten brengen ende doen met de kas laten opregh- ten, en doen met stroven touwen laten besorgen en voors met een bock voor de nis gestelt hebbende en doen laten ophaaien, en soo godt sij gedanek sonder eenege schaden inde nis gestelt, de nis van te vooren laten swart ende muer om de nis commende is wit, en het beelt van het selleste, soo dat dit nu soo mannefick verthont als U: wee: vors: gen: lichtelijck kan deneken ende presameeren, ende van veel mensche hier komende, haer seer verwonderen over dit koste lijke stuck werek, ick hadde noot sellever gedach, dat dit beelt hem soo treffelijck soude verthont hebben”. x) Medio September 1670 keerde hij weer naar Holland terug. Wij ervaren dit o.a. uit den brief van 4 Septem ber, waarin hij schrijft: Doorluchtichge Hoogh gebooren Vors genadeste Heer. U: wee: vors: gen: genadeste ende laste schrijven aen mijn heijt ge- wees van den 12 agustus, hebbe de selleste met alle gehoorsamheijt beantwoort, een van den 13 ende laste vanden 20 Agustus, waer in ick alles bekent heb gemack hoe daennich al hier met den hoogh geachten bou ston, ende verscheyde versoecken gedaen, tweeten wanneer U: wee: vors: gen: goet vint, dat ick hier sal op breecken, want mijn parsoon over veerthien dagen niet meer hier van nooden sal sijn, al soo wij in de andere weck voor dit Jaer sullen gedaen hebben, want ick dan niet veel hier sal weeten uijt te Reghten, ende seer noosakelijck in Hollandt van nooden ben, sal eeven wel hier niet van daen trecken voor al eer ick U: wee: Door: Luc: oorder ontfan- gen te hebben, ende mijn met een klijn secours gelieven te secondee- ren, om hier met fasoen van daen te conen comen, waer van ick in mijn schrijven van den 13 agustus LI: wee: vors: gen: breeder bekent

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 97