Jacob
EEN HISTORISCH PLEKJE
88
het erf voor de
aan René de Nicastre, Hof-
de vensters van den in tooneelzaal herschapen stal van
bier of wijn lieten voorzien „om zich wat te soulageren”.
Behalve de hooge autoriteiten waren er ongeveer 800
genoodigden.
Onder de voorstelling werden tekstboekjes rondge
deeld, bevattende den inhoud van het ballet. De tekst
was in ’t fransch, omdat er onder de genoodigden zoovele
buitenlandsche diplomaten waren.
Het boekje, aanwezig in de Gemeentebibliotheek, had
tot titel: Ballet de la paix, donné par le Prince d’Orange
a la Haye au mois de Fevrier 1668.
Bij de tweede opvoering op 8 Februari was de zaal
zoo vol, dat er eenige toeschouwers flauw vielen. De
leden der Gerechtshoven, die ook door den Prins waren
genoodigd, hadden zich geëxcuseerd!
In de eerste jaren der 18e eeuw traden er Duitsche
tooneelspelers op, vandaar de naam „Duitsche Comedie”.
Op den 29sten April 1705 stond het Hof van Holland
aan den Amsterdamschen Jacob van Rijndorp toe, om
zijn schouwburg in de pikeurschuur op het Buitenhof
tegen den 4den Mei, dus tegen de kermis, te openen. In
Maart 1714 werd die Schouwburg tot nader bevel ge
sloten, maar reeds gedurende de kermis van het volgend
jaar mocht Van Rijndorp er weer doen spelen. Hij had
de pikeurschuur gehuurd voor 475 ’s jaars, telkens voor
vijf jaren en die huur werd o.a. met den lsten Mei 1713
en 1718 vernieuwd.
van Rijndorp werd 5 December 1720 in Den
Haag begraven; maar zijn weduwe Anna Catharina de
Quintana en daarna zijn kunstbroeder J. van Hoven
zetten de onderneming voort.
Laten we nu met de bebouwing van
pikeurschuur beginnen.
8 Februari 1642 werd