EEN HISTORISCH PLEKJE
96
Jhr. Johan van Weda,
12 Juli 1605 een vierde
Abcoude van Waveren,
1657 wordt aan Gillis Kiggelaer consent verleend om zijn
vrouw en zijn zoon Pieter Kiggelaer het huisje bij de cleyne
Corps de Guarde te laten bewonen. Daarna komt het in
handen van de „Raden en die van de Reeckeningen” van
de Staten van Holland en West-Friesland, want 3 Juli
1664 verkoopen zij aan den Burgemeester der stad Leiden
„een huys en erff aan de Z.zijde van het Buytenhoff
aldernaest het jegenwoordige Huis der stad Leyden”.
Voor 4200. Bij den koop wordt vermeld, dat Machtel
Pietersdr. Kiggelaer in dit huis gewoond heeft.
Deze woning, die bestemd was voor de Gecommitteerde
Raden, werd het kleine Logement van Leyden genoemd
in tegenstelling met het daarnaast gelegen huis, dat reeds
eerder door de stad Leiden gekocht was en het Groote
Logement heette en ingericht was voor de Gedeputeerden
ter dagvaart.
Vóór wij iets zeggen van deze twee huizen willen wij
eerst nagaan wie de vorige eigenaars van het Groote
Logement geweest zijn. Dit groote huis heeft in zijn geheel
behoort aan Jan Aertss van Abcoude.
26 Januari 1602 verkoopt Jan Lap van Abcoude aan
Jan Reymbout Danckerts, zoon van Danckaert Reym-
bouts, le gehuwd met Barbara Lanceloots, wonende te
Mechelen en 2e met Alitha Syners, een vierde deel van
voorn, huis, dat hij 24 Augustus 1611 overdraagt aan
Gomart van Oudenfort, Hofmeester van Zijn Excellie.
Deze Gomart van Oudenfort had reeds op 30 April
1605 een vierde part gekocht van
echtgenoot van Cornelia Laps, en
part van Jhr. Arnout Lap van
zoon van voorn. Jhr. Jan Lap.
Deze parten verkoopt Lamoral d’Audenfort, Stal
meester, erfgenaam van Jhr. Gomert d’Audenfort, Raed
en Hofmeester, op 8 Augustus 1611 aan Ventidius Riccen,