EEN HISTORISCH PLEKJE
102
voor 6 schel-
Capelle van ’t Hof” te mogen vergrooten,
lingen ’s jaars.
De eerstvolgende overdracht heeft plaats in 1681. Dan
verkoopen op 2 Mei de kinderen van Dr. Johan ten Hove
en Eva Cray aan Catharina Splinters, wed. van Mr.
Rochus van Moleschot, Pensionaris der stad Dordrecht,
„een huys, van outs genaemt de Lavanderye” voor 11.550.
Voorn. Ten Hove had het huis geërfd.
Bij boedelscheiding van Vrouwe Catharina Splinters,
wed. van Rochus van Molenschot, d.d. 25sten September
1705, wordt aan haar twee jongste dochters Antonia van
Molenschot en Wilhelmina Henriette van Molenschot,
Vrouwe van ’s-Graven-Ambacht, gehuwd met Gerrit
Blanckert, toebedeeld „Het Molhuis”, gelegen op den
hoek van het Buitenhof en den Singel.
Mol is een woord voor een zeker soort wit en zoet bier.
Het woord molhuis komt voor in een koopacte van 1719,
waar een huis gekocht werd in het Voorhout, met het
doel daar een Opera op te richten. Verschillende aanzien
lijke bewoners van het Voorhout wendden zich tot het
Hof om zoo mogelijk „een dergelijke ergerlijke nieuwig
heid” nog te verhoeden. Zij beweerden in een uitvoerig
betoog dat „soo een gedistingueerde plaetse van den
Haegh als het Voorhout niet tot vestiging van schouw
spelen behoorde te dienen. Kaatsbanen, biljard, koffie-,
wijn- of molhuizen waren daar nooit getolereerd".
2 Juni 1713 verkoopen Anthonia van Moleschot en
Mr. Godert van Persijn, gehuwd met Johanna Louisa
Blanckert, procuratie hebbende van Salomon van Til,
Professor in de Theologie in de Universiteit te Leyden,
als voogt van Cornells Blanckert, minderjarige zoon van
Gerardt Blanckert, Heere van ’s-Graven-Ambacht, aan
Mr. Carel Crusius, Burgemeester, en Pieter Marcus,
Raadpensionaris der stad Leyden, uit naam van Burge-