EEN HISTORISCH PLEKJE 109 jegenwoordig in wonende is en soo deselve van haer twee andere huysen ter wedersijden sal sijn en blijven gesepa- reert van het huis ten Noorden gelegen”. ’t Wordt verkocht met twee „eyckenhouten bedsteden, goude leeren ledicant en behangsel bereeckend op 1000”, voor de koopsom van 15000. In November 1664 werd door Gedeputeerden der stad Alkmaar voorgesteld, met die van Enkhuizen in gemeen schap te treden en op 9 Juni 1665 verkoopt Jacob van Schagen Hoochland, Burgemeester en Raet, Anthonis Studler van Surch, Heer van Bergen, Raet, en Cornells van der Geest, Secretaris der stad Alckmaer, aan den Burgemeester der stad Enkhuizen de helft van het in 1636 gekochte huis voor 7750. ’t Perceel werd bewoond door Harman Stoopendael, Kastelein, ’t Huis werd vertimmerd en vergroot, waarvoor door Enkhuizen 1400 werd bijgedragen. Vier jaar later werden weder eenige herstellingen aan gebracht en stond de Regeering van Enkhuizen er op, dat het wapen der stad 1naast dat van Alkmaar 2in den gevel zou geplaatst worden. In 1653 werd in de verdeeling van de kamers een wij ziging aangebracht en o.a. bepaald, dat met uitzondering van een viertal kamers, die bij Alkmaar en Enkhuizen voortdurend in gebruik bleven en met de van ouds ge naamde Kesselskamer en het Dominéskamertje, die ge meenschappelijk gebruikt werden, om de drie jaren de beide steden van kamers zouden verwisselen, In Mei 1770 werd deze overeenkomst vervangen. Voor eigen rekening liet Alkmaar in 1706 een uitstek maken aan de haar voor goed toebedeelde Burgemeesters kamer op den Hofsingel, waarvan de kosten met ameuble- B Drie gekroonde visschen. 2) De Burcht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 125