EEN HISTORISCH PLEKJE
115
Na het Logement van Alkmaar en Enkhuizen is er aan
deze zijde van den Hofsingel nog een huis (b) en het
daarbij gelegen koetshuis (a), die onze aandacht vragen
en waarvan wij alleen de overdrachten behoeven te geven
en daarna willen wij nog iets zeggen over het gebouw
aan den overkant, gemerkt met den letter O.
Het huis (b) werd 20 Juni 1708 verkocht door Cornelia
Cingelshoeck, wed. van Gerrit van den Heuvel, voor de
eene helft, en Johan van Brederode voor de andere helft,
aan Jacob Scheltus. Het was omschreven als: ,,een huys
en erff, gelegen aan de W.zijde van den Hofcingel en
belend ten Zuiden en Oosten de heerestraten, ten Westen
de schuyr of coetshuys van de Grafelijkheid van Holland
en ten Noorden den Cooper”, ’t Huis is belast met een
recognitie van 6 st. 's jaars en de helft van ’t huis met
Byzantijnen, Franken, Gothiek, Renaissance, Lodewijk
XIV, XV, XVI en Empire.
Al deze schilderstukken, in matte kleuren bewerkt, die
aan den rijkdom van costumes en sprekende voorstellingen
niets te kort doen en die door meesterlijke groepeering
aanspreken zijn van den bekenden Haagschen kunst
schilder Henricus.
Men vindt er verder een tooneel, een estrade voor
muziek met galerijen en aangrenzend ontvangsalon, een
gewone restauratiezaal in Louis XVI stijl en kleinere eet-
salonnetjes, die alle spreken van kunstliefde en in bedwang
gehouden weelde.
Ook de gewone restauratiezaal met al wat die bevat
in den vroolijken Louis XVI-stijl gehouden en de kleinere
eetsalonnetjes spreken van die zelfde kunstliefde en smaak
bij den architect Joh. Mutters, die met den tegenwoordigen
Directeur A. J. Burgers met welgevallen op het volbrachte
werk mag terugzien.”