I I EEN HISTORISCH PLEKJE 119 Constantyn Huygens Jr. 1906, Hollant, Hoogh 's-Gravenhage aen de N.zij de een gedeelte den gedeelte de Hoff- 1) Register op de Journalen van p. 170. Na den dood van Willem den Derde werd dit huis be woond door Arnold Joost van Keppel, zoon van den heer van Pallandt, Heer van Keppel, Hij was een arm Gel- dersch jonker en tot 1688 page van Willem III, door wiens persoonlijke gunst hij het bracht tot Generaal bij de Cavallerie. Hij werd later hertog van Albemarle, ridder van den Kouseband en gouverneur van Doornik 1). 10 Juli 1701 trouwde hij met Geertruijt Johanna Quirina van der Duijn en overleed 25 Juni 1723. Zijn weduwe bleef in het huis wonen. Zij overleed 18 December 1741. De eerste overdracht, die gevonden is, had plaats op 22 Juni 1725. Toen verkocht Mr. Cornelis 's-Gravesande, Raet en Vroetschap der stad Delft, aan Jonker Godefroy Baron van den Boetselaer, Heer van Nieuwveen, beschre ven in de Ridderschap van Holland en West-Vriesland, President van het Collegie van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Raden van de Staten van Heemraedt van Rynlandt, Bailliuw van etc. „een huys, erven en twee thuynen van den Singel van 't Hoff”. Belent voor paruyckmaker Jan Hunter en voor een gracht, ten Zuiden voorn. Singel, ten Westen den Singel en het Buytenhoff, ten Noorden het Buytenhoff en de Hoffgracht, voor 14.385. Voorn, perceel werd genaamd het „quartier door de Gravinne douairière van Albemarle, die het jegenwoor- digh bewoont”. Bij den koop is besloten dat de kooper de groote „thuyn uytkomende op het Buytenhoff nooijt zal mogen betim meren, dogh het hem sal vrijstaan de muyr aan het Buyten- hof in ’t geheel ofte ten deele wegh te nemen en de agter-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 136