DOOR
Dr. P. J. VAN BREEMEN
DE VERHOUDING VAN HET ERFHUUR
BETALENDE DOMEIN IN DE HOFBOEKEN
TOT HET VOLLEDIGE GEBIED VAN
HAAGAMBACHT
Zie daar al weder stoffe, zo men wil,
tot meerdere naarspeuringen.
Mr. H. van Wijn.
NB. In deze bijdrage wordt onder Haagambacht verstaan
de ban bestaande uit het oost- en het westambacht
van Den Haag, het laatste ook het ambacht van
Eikenduinen geheeten.
Reeds in een paar vorige bijdragen in dit Jaarboek heb
ik de gelegenheid gehad de aandacht te vestigen op
het verschijnsel, dat de erfhuur of hofpenning betalende
grafelijke domeinen, welker registratie in de hofboeken
geschiedde, volstrekt niet de geheele ontgonnen opper
vlakte van Haagambacht uitmaakten. Bij mijn eerste
kennismaking met de hofboeken in de ten jare 1937 ver
schenen uitgave ging ik, leek en nieuweling die ik was
op het veld der oude Haagsche geschiedenis, van de ver
geeflijke veronderstelling uit, dat het grafelijke domein-
gebied binnen de grenzen van Haagambacht, hetzij het
in den boezem der graaflijkheid verbleven dan wel in