DOMEIN TOT HET GEBIED VAN HAAGAMBACHT 151
de
de hoofd- en
-1) Voor de grenzen van het ambacht dek ik mij met de autoriteit
van Cruquius (Kaartboek van Delfland). Het is mij bekend, dat men
de oostgrens op een of twee plaatsen eenigszins anders kan aangeven,
maar voor de vraagstukken, waar het in deze bijdrage om gaat, maakt
het niets uit, of men de eene of de andere grensbepaling de voorkeur
geeft.
Een paar ondergroepen, nl. het hofland in den Zuster-
polder (c 4) en het gebied der veenpachten en hoender-
gelden van het huis Wassenaar binnen Haagambacht
(c 7) zijn reeds het onderwerp van afzonderlijke, uit
voeriger behandeling geweest. Aangaande andere afdee-
lingen hoop ik te zijner tijd dergelijke bewerkingen te laten
volgen.
Hier volgen enkele opmerkingen over
bijafdeelingen.
a. Land met grafelijke erfhuur binnen Haagambacht.
Vermindert men de oppervlakte van Haagambacht met
die van de afdeelingen c en d, dan is het overschietende
gedeelte het bedoelde erfhuurland a. Scherp omlijnd
kunnen de grenzen dezer afdeeling aangegeven worden:
1°, waar zij samenvallen met de limieten van het am
bacht 1 y
2°. tegenover het hofland in den Zusterpolder;
3°. tegenover het Wassenaarsche veenpachtsgebied in
het oostambacht;
4°. tegenover het Haagsche Bosch.
Vermoedelijk zijn ook de overschietende grensstukken
wel in zooverre juist, dat bij voortgezet onderzoek geen
wijzigingen van wezenlijk belang aan te brengen zullen
zijn.
Zooals met een oogopslag te zien is, valt West-Escamp
in zijn geheel buiten het gebied a, Oost-Escamp grooten-
deels, ten minste als men de Zuidmient als onderdeel
ervan beschouwt. Domaniale erfhuur komt op de Mient