DOMEIN TOT HET GEBIED VAN HAAGAMBACHT 153 den Loosduinschen weg uit geest (zand) bestond en dus als westelijke voortzetting van de Zuidmient in Oost-Escamp kon gelden. Niettemin inde de grafelijke rentmeester er geen hofpenning volgens de hofboeken, gelijk hij wel deed van het geestland in Oost-Escamp. 3. De vlakte van Segbroek. De landerijen daarvan in het westambacht, verscheidene met woningen, behoorden aan verschillende eigenaars; aanwijzingen dat zij hof penning aan de grafelijkheid betaalden, heb ik tot dusverre nog niet gevonden. Voor zoover deze vallei zich nog in het oostambacht voortzette, meen ik, dat zij vóór de 17de eeuw nog tot de wildernis te rekenen viel. In den loop der 17de eeuw treft men in dien oost hoek der vallei eenige woningen met omgevend land aan, waaronder als de meest oostelijke Zorgvliet. Van dit buitengoed, de stichting van Cats, staat het vast, dat het een ontginning van omstreeks halverwege de 17de eeuw geweest is. Naar mijn voorloopige meening reikt de ouderdom der andere bezittingen aldaar, althans van de er op gevestigde huizen, eveneens niet verder terug dan die zelfde eeuw. Overigens is het niet uitgesloten te achten, dat dit gebied reeds vóór dien tijd van het domeinbestuur ten gebruike als weiland gehuurd werd, waarbij men dan in de eerste plaats zou kunnen denken aan eigenaars of pachters in het Kleine Veentje benoorden de watering. 4. Van het Hofland in den Zusterpolder zijn de grenzen zeer nauwkeurig bepaald kunnen worden. Een paar onbeteekenende brokjes land elders binnen Haag- ambacht, waarvan het kohier van den tienden pen ning van 1561 den eigendom nog aan de Koninklijke Majesteit toeschrijft, laat ik hier onbesproken. 5. Bij de hoeve onderscheidde men een oost- en een west- hoeve. Waarschijnlijk scheidde een stukje „vrij” land

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 173