DOMEIN TOT HET GEBIED VAN HAAGAMBACHT 155 wel d. Tot de wildernissen behoorden een groot deel der klingen of binnenduinen en verder de reeduinen. De reeks klingen van het dorp en de abdij van Loosduinen af tot de Zijdewind toe hadden grootendeels al vroeg den aard van wildernis verloren door bewoning van de Mient en de vestiging van het grafelijk hof met zijn aankleve. In het westambacht scheidt het tamelijk breede dal van Segbroek beide onderdeden der wildernis. In het oost- ambacht, waar dit dal in het niet verliep, schoven zij geleidelijk tegen elkaar aan. Er is m.i. geen aanleiding om te gelooven, dat in historischen tijd de beek van Seg broek, die trouwens naar mijn meening geheel als een kunstmatige waterloozing van den Segbroekpolder te beschouwen is, een afwatering van Segbroek in de richting van den Rijn zou zijn geweest, zooals men meegedeeld vindt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 175