DICHTER A. E. ROTTERDAMSCH BURGEMEESTER171
1
4
■1
- met 120 Pond
Gelder. I (1627),
De verwanten der trouwlustige weduwe hadden niets
met hare plannen op. Zij meenden, dat een eenvoudige
lijndraaierszoon geen partij was voor eene aanzienlijke
vrouw als Anna Weytsen, Ambachtsvrouwe van Brand
wijk en Gijbeland. Zij deden van alles om het huwelijk
te voorkomen, zelfs werd het Hof van Holland in Juni
1625 er in gemengd, mogelijk om haar onder curateele
stelling te verkrijgen, doch niets mocht baten. Het bleek,
dat de weduwe de gaven van hoofd en hart van haar
toekomstigen echtvriend verkoos boven stand en geld i),
zoodat de bloedverwanten ten slotte hunne pogingen,
om haar tot andere gedachten te brengen, maar staakten
en daarom „lieten se de saeck maer gaen”.
Den 3 Augustus 1625 werd ten stadhuize van ’s Gra-
venhage het huwelijk voltrokken. Daar zijn vrouw de
reeds genoemde ambachtsheerlijkheden mede ten huwe
lijk bracht werd Dr. Westerbaen hierdoor Ambachtsheer
van Brandwijk en Gijbeland en het moet voor de ver
wanten van zijne vrouw een voldoening geweest zijn
toen hij door Lodewijk XIII verheven werd tot ridder
van St. Michiel, nadat hij in 1629 met zijn oud-studie-
genoot en vriend Willem de Groot een reis door Frank
rijk had gedaan, waar zij diens vader, Hugo, die een
wijkplaats aan het Fransche Hof gevonden had, be
zochten.
Kort na zijn huwelijk legde Westerbaen de practijk
neer. Hij woonde toen met zijn vrouw op het buiten
West-Escamp aan den Loosduinsaheweg, dat aan den
schoonvader zijner vrouw, Johan van Oldenbarnevelt,
had toebehoord. Hier woonden zij ruim 23 jaren tot dat
r) In het Cohier van de 500ste penning van 1627 komt Dr. Wes
terbaen voor met een vermogen van 60.000.—
opbrengst. (Haagsche Cohieren door Dr. H. E. van
Die Haghe, 1913, blz. 9 e.v.).