DE HEILIGE GEESTMEESTERS
14
petroleum in de kamer aangebracht. Boven de kamer was
een onbeschoten met pannen gedekte zolder, welke men
met een ladder kon bereiken en die slechts tot berging
diende. Een dergelijk herstel van het monument kostte
echter veel meer dan de bouw van een geheel nieuw hofje
en daarvoor waren geen middelen beschikbaar. Regenten
hebben zich toen gewend tot den Staat, de provincie en de
gemeente om hulp voor deze extra kosten, een hulp die
hun door Staat en gemeente in ruime mate is gegeven.
In het begin van 1935 werd met deze grootscheepsche
herstelling van het hofje een begin gemaakt en in Decem
ber van dat jaar was zij beëindigd. Ieder huisje kreeg nu
beneden een zitkamer, een klein portaaltje om te kunnen
koken, een kleine bergplaats voor huishoudelijke waren en
een watercloset. Boven op den thans geheel afgeschoten
zolder kwam een slaapkamer, welke met een behoorlijke
trap kan worden bereikt, terwijl daarnaast nog genoeg
zame ruimte voor berging overbleef. Gas en waterleiding
deden in de huisjes hun intrede. Electrisch licht werd
overal aangebracht. Voorts werden er drie oude woningen,
die in hoeken van den hof gelegen waren en door hun
sombere ligging weinig aantrekkelijk waren, opgeofferd
en ingericht twee ervan tot waschlokalen voor de bewoon
sters en één ervan tot bergplaats. Ook de woning van
binnenvader en binnenmoeder (portierswoning) en de
regentenkamer werden verbeterd en de laatstgenoemde
zooveel mogelijk weer in den oorspronkelijken staat terug
gebracht.
Aan de buitenzijde van de huizen werden oude steen
en oude dakpannen, die bij de herstellingen zorgvuldig
waren bewaard, weer aangebracht en het hofje bleef
uiterlijk het oude schilderachtige aanzien van vroeger
geheel behouden. De oude bewoonsters konden zonder
bijbetaling haar geheel verbeterde woningen betrekken;