DE HEILIGE GEESTMEESTERS 21 hun beheer staande gelden den nood der armen te ver lichten; dat zij hun naam ook toen nog jaren lang behouden hebben en dat zelfs, toen na den bouw van het hofje in 1616 hun werkzaamheden zich meer en meer tot het beheer van dat Godshuis en de verzorging van deszelfs bewoonsters beperkten, de naam Heilige Geestmeesters nog jaren lang in stand is gebleven, dat die naam toen door elkander zoowel door hen zelf als door anderen met de namen: regenten der Heilige Geestarmen, meesters regenten, regenten van het Heilige Geesthofje enz. werd gebezigd. Sedert 12 Juni 1646 was de werkzaamheid van Heilige Geestmeesters ook officieel tot het beheeren van het Hofje beperkt. Op dien datum nl. werd een contract gesloten tusschen Burgemeesteren van Den Haag en Diakonen van de Publieke Kerken, waarbij de zorg voor alle armen, ook van die, welke niet tot een der kerken behoorden en dus tot nu toe ten laste van Heilige Geestmeesters kwamen, werd toevertrouwd aan Diakonen, terwijl Burgemeesteren daartegenover een groote subsidie toezegden. Zoo waren dus Heilige Geestmeesters geen algemeene armverzorgers meer en werden zij, wat op den duur dan ook hun titel werd, Regenten van het Heilige Geesthofje. In het archief worden zij voor het eerst in 1650 aldus betiteld. Niettemin houd ik het, op grond van het boven be schrevene, ook in verband met het feit dat tal van oude archiefstukken van vóór de kerkhervorming, op de Heilige Geestarmen betrekking hebbend, zich nog in het bezit der stichting bevinden en het boven besproken schilderij voor stellende het optreden der Heilige Geestmeesters in de St. Jacobskerk alhier nog op de regentenkamer van het hofje aanwezig is, voor niet te boud om te beweren, dat het College van regenten van het Heilige Geesthofje te 's-Gravenhage, dat ook thans nog door den Raad der

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 31