DOOR Mr. C. F. GÜLCHER OVER EEN KLERKENFAMILIE HIT DE 18DE EEUW Reminiscenses d’une vie insignifiante, zou luidt de titel van een geschrift, mij door eene beminnelijke bloedver wante ten gebruike afgestaan. Ik zou mij met deze uitdruk king kunnen vereenigen, wanneer ik mij voor oogen stel, dat men het in de aangename conversatie over het algemeen met elkander eens is. Ik zou alleen eene zuster-uitdrukking willen gebruiken voor de kenmerking van Philips Frederik Tinne’s herinneringen, die door hem op voormelde wijze getiteld zijn, en zijn leven noemen dat van een man, zooals er wel meer waren, maar niet zonder eenig belang. Het geschrift geeft nl. de omstandigheden en mogelijkheden weer van een jongen man omtrent de wisseling van de 18de en de 19de eeuw, en hetzelfde geldt van een kort overzicht van de lotgevallen eener ambtenarenfamilie uit den pruikentijd, wat de Tinnes, over wie ik spreken wil, destijds waren. Heel gewone menschen, wier leven niets bizonders te zien gaf, maar al is de kroniek ervan wat mager, dit geeft toch even een completeering van de voor stelling, die men zich van het verleden van onze stad vormt, en die men de locale geschiedenis noemt. Nu ter zake.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 34