26 OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW Heer en Mr. Frangois Fagel, droeg dit werk voorloopig aan Tinne op. Van Peenen overleed en op 30 Juli 1691 werd Johannes Adolphi, die dit ambt verkreeg op speciale recommandatie van den Koning-Stadhouder, als Trans- lateur voor het Hoogduijtsch en het Engelsch beëedigd. 1 September 1691 werd aan Adolphi een tractement van 600.— hiervoor toegekend. Een paar maanden later overleed hij. Weer werd de schrijver Tinne met de trans laten uit het Hoogduijtsch belast, en zoo bleef dit. Hij werd betaald per blad geschreven werk, toen voor ieder blad van 25 regels op iedere zijde in het Fransch, Latijn of Hoogduijtsch gesteld berekend op 4 stuivers voor het in het net brengen van de copie en op 8 stuivers voor het translateeren. Dit liep voor 1696 op tot 553.—, voor 1697 tot 524.en voor 1698 tot 574.17. De negenjarige oorlog was door den vrede van Rijswijk geëindigd en sedert waren niet vele translaten uit het Hoogduitsch noodig, terwijl de translateur zich toch continuelijck ge reed moest houden. Nu moet ik de lezers even meenemen van de Rolzaal van den Hove naar een nog beroemder vertrek, de zaal, waar het college vergaderde, in welks dienst Tinne werkte, en dat, zooals Wagenaar zegt, de Republiek verbeeldde, in elk geval het bondgenootschap der zeven souvereine provinciën tot uitdrukking bracht. Ik bedoel de vergaderzaal der Staten-Generaal. Maandag 16 Februari 1699 waren daar aanwezig onder presidium van den heer van Els twaalf andere gedeputeerden, waaronder de raadspensionaris van Hol land, de heer Heinsius. Onder de agenda vestig ik de aandacht op een verzoekschrift van Johan Christoffel Tinne, dat werd voorgelezen. De suppliant relateert daarin wat ik zooeven van zijne translateurswerkzaamheid ver meldde behalve de cijfers en verzoekt als zijn voor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 37