32 OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW Philips Frederik Tinne, de Directeur van Correspon dentie. De tweede zoon, Philips Frederik Tinne, is ge boren in 1731. Hij is blijkbaar geheeten naar Philips Frederik Vegelin van Claerbergen, gedeputeerde van of genie-officier in ons leger (al hadden deze lieden toen nog geen militaire rangen) onderscheidde zich in den Spaanschen Successieoorlog. In 1708 bij Rijssel zoodanig gewond, dat hij getrepaneerd moest worden, sneuvelde hij bij Douai in 1710. Het gezin Rietquesler bleef in moei lijke omstandigheden achter. Toen Susanna Dorothea zelve in 1741 haar man ver loor, was zij in een interessante positie en beschikte zij niet over ruime middelen. In het begin van 1742 werd haar jongste zoon Johan Abraham geboren. Om iets bij te verdienen dreef zij als weduwe een of anderen handel. Jammer genoeg weet ik niet waarin. In 1749 voerde zij als koopvrouw een procedure tegen een slechten betaler voor de Haagsche Schepenbank. Zij overleed in 1764 in het huis aan de Nieuwe Haven, dat oorspronkelijk aan haar schoonvader toebehoorde. Ik behoef niet te zeggen, welke loopbaan de drie zoons kozen. Johan Tinne, de resident van Bima. De oudste, Johan Tinne, geboren in 1727, werd in 1747 ordinaris klerk van de Staten-Generaal. In 1748 getrouwd met de Vlissing- sche burgemeestersdochter Johanna Pruijst, heeft hij dien werkkring slechts volgehouden tot 1751, wanneer hij als onderkoopman ressorteerende onder de kamer Amster dam der Oost-Indische Compagnie met het schip Overnes naar Batavia vertrekt. Hij bracht het in de Oost tot resident van Bima, het oostelijk gedeelte van het eiland Soembawa, waar hij in 1764 overleed.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 43