OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW 35 was altijd een meene leiding, en benoemde de klerken, oorspronkelijk zijn eigen domestieke klerken, die de klerken van de Staten-Generaal verdrongen hadden. De Griffier minu- teerde zelf de secreete resoluties en de belangrijkste depêches, geholpen door een klerk. Hij had zijn eigen speciaal comptoir, waar twee eerste of expedieerende klerken het werk verdeelden, toezicht hielden, de de pêches expedieerden, en het depêchegeld (het recht, betaald voor het lichten van stukken) inden. Zij stelden ook de officieele brieven en de acten. Op dit comptoir werkten voorts twaalf ordinaris klerken. Van 1670 af tot de revolutie van 1795 lid van de familie Fagel Griffier. Voorts was er de Commies, of in diens plaats een mede- griffier, wanneer er een geschikte opvolger in de familie Fagel was, of een enkele maal een tweede Griffier. Deze extendeerde de ordinaris resolutiën ook geholpen door een klerk. Hij bemoeide zich voorts voornamelijk met de bin- nenlandsche zaken, terwijl de Griffier of eerste Griffier de buitenlandsche zaken tot zijn bizonder terrein had. Er werkten twee klerken op zijn comptoir. De derde hoofdpersoon was de Agent, die oorspronke lijk voor het materieel welzijn van de Gedeputeerden moest zorgen en zich later tot een ceremoniemeester ontwikkeld had, die de gezanten introduceerde en dan ook weleens in conflict was gekomen met den hofmeester, die analoge functiën had. Ten slotte noem ik den Directeur van Correspondentie met de Ministers van den Staat buiten 's Lands. Hij ver zorgde de afschriften, die aan onze legatiën gestuurd moesten worden en in het algemeen al het departementale werk, dat op onze gezantschappen betrekking had. Hij had zes a zeven onderklerken op zijn comptoir. Hij werd als Directeur benoemd door de Staten-Generaal. Hij was

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 46