i te blijven. Hij l 42 OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW familievak, als ordinaris klerk der Staten-Generaal en is hij in de Walekerk getrouwd met Marie Alexandrine Deel, dochter van den hofbehanger Abraham Deel. Haar zwager, de portretschilder Humbert, schilderde de por tretten van het echtpaar. Zij woonden in een klein heeren- huis nog in wezen, op het Lange Voorhout, toen naast het Kalkstraatje nu naast het Hotel des Indes, dat o.a. over het Kalkstraatje heen gebouwd is. Ieder jaar kwam een baby. De jonge moeder is de gevolgen van de laatste bevalling niet te boven gekomen. Zij overleed een paar maanden later op 9 Maart 1777. Er waren vier jongens en een meisje, van wie ik met name wil noemen de drie oudste jongens Bram, Philips en Jan. Bram en Philips, geboren in 1771 en 1772, bezochten de school van Ducroissi op het Buitenhof, waar zij leerden lezen, schrijven en cijferen. Jan, geboren in 1774 kwam in huis bij zijn grootouders Deel. Hij leerde gemakkelijk. Zijn grootouders stelden zich heel wat voor van het succes van zijn verdere studiën en loopbaan en zagen natuurlijk in hun grootouderlijke ambitie in hem den toekomstigen Raadpensionaris. In die jaren kwamen de moeilijkheden met Engeland, de Vierde Engelsche Oorlog, en kwam de Patriottenpartij tot ontwikkeling en bloei. De Post van den Neder-Rhijn begon haar anti-stadhouderlijke campagne. Rijcklof van Goens, de jonge Utrechtsche professor, Graaf van Heijden Reinestein, 's Prinsen vertegenwoordiger in het landschap Drenthe, begonnen hun goedgeschreven maandblad ,,De Ouderwetsche Nederlandsche Patriot” ter verdediging van 's Prinsen standpunt. Nicolaas ten Hove, een neef der Fagels, maakte hen opmerkzaam op een man met een drukken werkkring, die goed styleerde en een nuttige medewerker zou zijn, maar alle reden had om onbekend te blijven. Hij was ook de schrijver van een aantal pam-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 53