44 OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW Frankrijk hen er op na te houden en moest in hun opleiding voorzien door allerlei toevallige oplossingen. 13 Januari 1787 gaf de oude heer Fagel aan de ge broeders Ph. F. en J. A. Tinne een zeer groot blijk van achting en vertrouwen. Hij benoemde hen met zijn neef Mr. C. M. ten Hove tot executeurs-testamentair. Na de terugkomst van den Stadhouder in dat jaar droegen de Oranjeklanten allen weer de Oranjecocarde. De jongelui Tinne deden daar van harte aan mee, al deed Papa wel moeite om te veel uitbundigheid tegen te gaan. Papa had levenservaring en wist hoe tijdelijk successen kunnen zijn. In 1788 werd J. A. Tinne als opvolger van Mr. Martinus Gousset Commissaris van de Depêches van de Staten- Generaal en van den Stadhouder. In 1789, merkwaardig voor de wereld door het bijeen komen van de Fransche Staten-Generaal, de serment du jeu de paume, de inneming van de Bastille, hadden de Prins en de Prinses den heer Rudolf Hentzi, Gouverneur van hunne pages, naar Parijs gestuurd om hen van den gang der gebeurtenissen op de hoogte te houden. De berichten, die de heer Hentzi stuurde, kwamen in handen van J. A. Tinne als Commissaris van de Depêches van den Stadhouder en hij liet deze berichten door zijn zoons voor de Prinses copieeren. Als bijvoegsel van de ’s-Graven- haagsche Courant verscheen wekelijks de Hofcourant, die als vignet de wapens van Hunne Hoogheden, Oranje- Nassau en Pruisen vertoonde en die men als de officieuze courant van de Prinses kan beschouwen. Daarin vonden de mededeelingen van den heer Hentzi hun uiteindelijke bestemming. Deze jaren, die voor Frankrijk en spoedig voor geheel Europa een geheelen ommekeer brachten, waren voor ons de periode van den Raadpensionaris van de Spiegel. Ik

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 56