46 OVER EEN KLERKENFAMILIE UIT DE 18DE EEUW Corres- en klerken l'Honoré, den nog jeugdigen Arnhemschen burgemeester Gavanon, die zijn stad en provincie wel eens in de Staten- Generaal vertegenwoordigde en verder den jongen zee officier van Capellen, wiens dochter Henriëtte veel later mevrouw Tinne zou worden. In 1791 werd de oudste zoon Abraham Frangois be- eedigd als onderklerk van den Klerk voor Gelderland der Staten-Generaal, den heer Emants. Hij zou later als tweede Commies onder zijn vader dienen in de periode van de Bataafsche Republiek en verder voerde zijn levens weg hem buiten Den Haag. Hij overleed in 1841 als controleur der belastingen te Monnikendam. In 1791 werd de derde zoon, Jan Pieter Theodoor, stu dent te Leiden. Zijn studiën op de Latijnsche school hadden succes gehad. Hij had prijzen behaald, die hem in de Engelsche Kerk werden uitgereikt. Hij is in de rechten gepromoveerd en overleed als Rechter plv. in Alkmaar in 1812. De tweede zoon, Philips Frederik, werd in datzelfde jaar 1791 secretaris van onzen gezant in Londen. Over hem wil ik later nader nog iets zeggen. 1795 bracht de Franschen in het land. Wij hebben al gezien bij de loopbaan van den Directeur van pondentie, dat dit de positie der Commiezen niet aantastte. Wel voelden zij zich onzeker. In 1798 kwam er een scheiding in de ambtelijke wegen der beide broeders. J. A. Tinne wordt als Eerste Commies de vergadering waarnemend aan het Vertegenwoordi gend, na 1801 aan het Wetgevend Lichaam verbonden. In 1805 onder Schimmelpenninck, in 1806 onder Koning Lodewijk, blijft hij, nu met den titel Secretaris, in dezelfde functie werkzaam onder den Griffier Mr. Couperus. Op 5 September 1808 is hij overleden. Ik zou hier kunnen eindigen, want ik heb nu alle klerken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 59