EEN HISTORISCH PLEKJE 61 ’s-Gra- 3 Januari 1577: „De Staten van Holland en Gedepu teerden van Zeeland hebben Johan Flory gegunt, ge geven en geaccordeert het officie van brandmeesterschap van den Hove van Holland, mit de huizinge en erve staande op het Buitenhof in den Hage, daertoe behoo- rende en vaceerende bij het overlijden van Jochim Myerop In het begin van de 16e eeuw werd de Diefsteen niet meer gebruikt en hebben „Die van de Reeckeningen van Hollant” op het verzoek van Burgemeesteren van den Haag geaccordeerd en geconsenteerd „dat zij de huysinge genaemt de Diefsteen, staende op het Buijtenhof alhier, soude mogen vercopen omme met de penningen daervan procedeerende een bequame gevangenisse aen het Stadt huis te doen bouwen, mit het recht van sulcken consent als henluyden op den 30sten Augustus 1601 vergunt was, te weten dat den cooper van deselve huysinge tsijnen costen souden mogen bouwen op de muyren van de vuil nisput staende vast aen de stallen van de coetspaerden van Zijn Excellentie ende royende van ’t Zuyden ten Noorden tot het uyterste Erff van de huysinge van Pieter Gillsz, schrijnwercker toe ende verder niet ende de vuilnisput te overwuiven tot sijnen costen, dat het peryckel van brant daermede sal sijn verhoet” i). Van deze vergunning om den Diefsteen te verkoopen, heeft de Magistraat niet dadelijk gebruik gemaakt. Meer dan tien jaar zijn verloopen, eer van een verkoop sprake is. Wij laten hier volgen wat daaromtrent ge vonden is. 4 Maert 1613 2) verkoopt de Magistraat van 1) Koopbrieven van het Buitenhof, aanwezig in het Gemeente Archief. 2) Volgens Ising's Haagsche Schetsen, 3e deel, p. 298, is de Dief steen in 1613 afgebroken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 76