EEN HISTORISCH PLEKJE 69 DE KAATSBAAN (achter k) „Hier is de Ruyter-^wacht en hier wordt alle dagen Bij somertijdt, wanneer 't vijf uyren is geslagen, Bij winter, als de kloek drie uyren heeft geseyt Een Bende Ruyteren seer heerlijck opgeleyt.” Vóór we nu nagaan wie de bewoners zijn geweest van het naast den stal gelegen huis (k) willen wij ons eerst bezig houden met de daarachter gelegen kaatsbaan. Westwaarts naast en achter den stal lag in de 16e eeuw een hof en tuin. Door Prins Willem den Eerste werd die tuin geschonken aan Coenraad de Rechteren, Secretaris van de Staten van Holland. 19 Februari 1586 werd hem consent verleend „om rond dien tuin een scheiding te maken opdat de vruchten daarinne souden mogen blijven geconserveert”. In 1592 was er sprake van dat de schoon zoon van De Rechtere, Adriaen Duyck, daar een huis op zou zetten, maar dat is niet doorgegaan, want de tuin werd door voorn. Duyck verkocht aan Mr. Maerten Trompert, advocaet, die er een huis op liet timmeren. 6 Sept. 1593 kreeg Maarten Trompert vergunning een glinting of een hek te zetten, om te verhoeden „het werpen ende leggen van misthopen en andere vuylicheden voor sijn huysinge”. Op den grond van de Ruiterwacht stond reeds in het einde van de 16e eeuw het huis van den Spoormaker Guldemont. 16 Sept. 1614 wordt aan Jan Guldemont, spoormaecker van den Prins van Oranje, consent verleend om achter zijn huis op ’t Buitenhof een nieuwen regenbak te mogen maken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 85