Jacob EEN HISTORISCH PLEKJE 83 kelder te mogen ma- het Buytenhof onder de straat een ken voor 35 schell. ’s jaars. 22 Juli 1660 draagt Beatrix La Faille, wed. van Hoeckgeest, het huis over aan Adriaen Copmoyer, Pro cureur. 6 Sept. 1668 vraagt de Procureur Copmoyer verlof om in de piqueurschuyr (achter m) achter zijn huis een deur te mogen doen stellen, daar hij naast die schuur een besloten erf had liggen met een aschbak. Dit erf had hij gedeeltelijk betimmerd en nu kon hij zijn „aschbak niet meer bequamelijck ledigen”. Ook had hij een poos ge leden „benauwtheyt ende perykel moeten uitstaan”. Door onvoorzichtigheid van de dienaars van den Prins was er namelijk brand ontstaan in de pikeurschuur en had hij ondervonden geen hulp te kunnen krijgen van iemand, daar hij geen achteruitgang had aan zijn huis. 't Verzoek wordt toegestaan voor 2 schellingen 's jaars. In 1694 wordt als belending van het ten Oosten ge legen huis genoemd, de wed. Copmoyer, gehuwd met Johan Hanedoes. 10 July 1703 verkoopen Mr. Johan Copmoyer, Pen sionaris van Tholen, voor hem en zijn broeders Mrs. Adriaen en Mathias Copmoyer, het huis aan Zegher Thierens, Advocaat, voor 2500 en een custingbrief van 8000. 1 November 1743 verkoopt Mr. Jacob Tierens, Raad en Regeerend Burgemeester der stad Gorinchem, eenige nagelaten zoon en erfgenaam van Mr. Zeger Tierens, Advocaat voor den Hove van Holland, aan Willem van Haansbergen, Sollr. Mik, het voor 10.200. 29 Augustus 1743 wordt aan Willem van Haansber gen, Soil. Mik., vergunning verleend „om het bordes vóór zijn huis, aan de Z.zijde van het Buytenhoff te mogen verplaatsen voor zijn nieuw te maken voordeur

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1941 | | pagina 99