KASTEEL VAN DIE HAGHE
85
-1) Volgens Ising: Het Binnenhof te 's-Gravenhage was Pieter
Lankhals Raad en Rentmeester-Generaal van Holland.
grooten aanhang hadden, en riepen daar de poorters op
om de deelnemers aan de Haagsche schietpartij te helpen
straffen. Honderden gaven aan dezen oproep gehoor en
zoo was Den Haag spoedig vol gewapende Kabeljauwen.
De Hoeken, op hun beurt, kregen krachtige hulp uit
Dordrecht en zoo dreigde er in het anders zoo vreed
zame Dorp van Die Haghe een bloedige strijd. Vóór het
echter zoo ver kwam, gelukte het een aanzienlijk Hage
naar, Heer Pieter Lankhals1), om te bemiddelen. Hij
wist te bereiken, dat er tusschen belegeraars en beleger
den in 's-Graven Hof een verdrag tot stand kwam,
waarbij aan de laatsten vrije aftocht werd toegezegd.
Nauwelijks hadden zij het kasteel verlaten of de Kabel
jauwen trokken er binnen. Dadelijk rukten de aanvallers
de stal van den stadhouder open en haalden de paarden
er uit; daarop braken zij Heer Wolferds logies open en
plunderden er kisten, koffers en kasten.
Zoodra de stadhouder, die te Veere vertoefde, van
dezen euvelmoed kennis kreeg, verzamelde hij op zijn
beurt, zoo in Utrecht als in Hollandsche steden, een groot
aantal aanhangers en trok aan het hoofd van zijn mannen
naar Den Haag. Vóór hij het dorp bereikte, namen zijn
tegenstanders de vlucht. De stadhouder nam weder bezit
van het Hof en liet toe, dat nu de huizen der Kabeljauw-
sche edelen werden geplunderd. Zoo triumfeerde ten
slotte Heer Wolferd. Maar het gebeurde kostte hem zijn
eervol ambt. Zijn tegenstanders wisten te bewerken, dat
hij reeds het volgend jaar als stadhouder werd ontslagen.