VEENPACHT IN HAAGAMBACHT
89
F
r
Arch. Staten van Holland vóór 1572, no. 952, f. 30.
2) Voorbeelden van onzekerheid omtrent de juiste hoedanigheid
van den renteheffer, vooral als het geestelijke of kerkelijke renten
aangaat, treft men niet zoo heel zeldzaam aan. De omstandigheid,
dat een zekere persoon, vaak een geestelijke, aan wien de rente af
gedragen moest worden, zitting had in het bestuur van verschillende
colleges, werkte te dezen verwarring in de hand. Enkele van zulke
voorbeelden mogen het gezegde bevestigen. Op 1/11/1581 wordt in
het Noordeinde van Den Haag een ledig erf overgedragen, dat o.m.
belast is met 5 sch. vlaams 's jaars van de kerk of de Heilige Geest
te Scheveningen. In een transport van 15/11/1630 is sprake van een
jaarlijksche rente van 3 gl. aan de Heil. Geest van Loos- of Eiken
duinen. In de transporten van Den Haag komt op 30/4/1650 een huis
en erf voor belast met een rente sjrs „aenkomende het St. Elysa-
beths Gasthuys ofte Leeproos buys tot Leyden". In Hillegersberg
vindt men op 20/7/1624 een bezitting vermeld „mette last van 1 gl. en
acht penn. sjrs toebehoorende tot Sevenhuisen t’sy aen de kercke ofte
pastorye". Zelfs ten aanzien van grondbezit heerschen dergelijke on
zekerheden. Anno 1664 heet het van een stuk land, dat toekomt „den
armen ofte kerck van Wassenaer” (Arch. Delfland, no. 1879).
den tienden penning van 1557 van Haagambacht1waar
te lezen staat, dat Willem Dirksz., wonende in het Kleine
Veentje aan de noordzijde, behalve zijn huis, berg en ge
boomte nog aanbrengt 10 morgen lands, ,,hem eygen toe-
behoerende” en mede aldaar gelegen, welk land bezwaard
is o.a. met een rente van 11 gl. 5 st. ten behoeve van de
kerk in Den Haag. Niemand zal er, hoop ik, aanstoot aan
nemen, dat hier gesproken wordt van de kerk, maar in de
rekening van den rentmr. Van Coolwijk van de Zeven-
getijden, een aan de kerk verbonden instelling. Voor den
aanbreng in het kohier maakte het in dit geval niets uit,
welke kerkelijke instelling in het bijzonder bedoeld was,
maar ging het vooral om het bedrag. In de registers van
het Geestelijk Kantoor was boeking onder het juiste hoofd
een eisch van goede administratie. 2)
Na deze op de eerste bijdrage over de veenpacht terug-