r
DE WIJZE HAGENAARS EN DE WINDHANDEL
DOOR
Dr. H. E. VAN GELDER
4
Het jaartal brengt ons terstond op de hoogte van den
tijd: 1720, het jaar van het „Groot Tafereel der Dwaas-
Bij het opruimen van oude aanteekeningen kwam mij
weer de foto in handen mij jaren geleden door een
Engelschen collega gezonden met het verzoek om een
verklaring. Men ziet haar hierbij gereproduceerd: een
gekleurd bordje van zoogenaamd Chine de commande
met de voorstelling van een heer met pruik en steek, die
in de eene hand een brief houdt waarop alleen leesbaar
is het cijfer 1720; zijn andere hand rust op een ooievaar,
welke een geldzak in den bek heeft. Onder de voor
stelling deze woorden:
„beij de hagenaars is de weysheyt gebleven,
want sij hebben het geit weerom geven.”
Het bordje, dat zich bevond in de Collectie H. W.
Henderson, West Woodhay, Berkshire is ondanks de
tamelijk poovere teekening en nog pooverder ortografie
een historisch document van eenige beteekenis.
Ik wil dat, zeer in het kort, toelichten.