Tenslotte nog iets schijnlijk tot eene daad series bekend. In het Dwaasheid gewijde stuk over het bordje-zelf. Dit moet waar- serie behoord hebben. Er zijn inder- aan het Groot Tafereel der van den Catalogus van den Chineesch bordje, toevallig gespaard, het ons op zijn manier kwam vertellen! Blijkbaar in afwijking van de wijze, waarop het elders gebeurde, heeft de Haagsche Directie het gestorte kapitaal kunnen teruggeven. Zoo zijn de eerste inleggers er zonder meer verlies dan ver vlogen illusies afgekomen en hebben slechts zij die erin gespeculeerd hebben de schade moeten dragen. Of dit er tenslotte zeer velen geweest zijn, is niet uit te maken; waarschijnlijk niet, waar uit een voor notaris Sijthoff 23 November verleden acte blijkt, dat toen reeds ,,de voornoemde actiën van dagh tot dagh minder in valeur zijn geworden.” De „avans”, die in September 20 bedroeg, leek in November voor een deel verloren. Heel hoog is de speculatie dus ook niet gestegen, en misschien zou men uit de, o.a. in bedoelde acte voorkomende woorden: dat de actie ,,te leveren was bij het openen der boeken”, nog de gevolgtrekking kunnen maken, dat wij met een termijnspeculatie te doen hebben, afhanke lijk van het in werking treden der Compagnie, welk in werking treden waarschijnlijk eerst na het tweede four- nissement te stellen valt en dus waarschijnlijk niet eens heeft plaats gehad! Dom geluk! Hoe het zij, de tijdgenoot heeft er wijsheid in gezien en aan een Chineeschen pottenbakker opgedragen om de hem onbegrijpelijke woorden op porcelein te schilderen: ,,beij de hagenaars is de weysheyt gebleven, „want sij hebben het geit weerom geven.” 108 DE WIJZE HAGENAARS EN DE WINDHANDEL

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 128