In het lijstwerk van deze prent toch komen aan weers zijden twee ooievaarsbekken voor; de linker grijpt een kikker: Ik grijp vast aas, doch ik voorspel Een onbe Haagelyk gequel. de rechtsche grijpt een adder: De adder die me is aanbevolen Maakt nog zo wat capriolen. Dat hier aan den Haag gedacht moet worden, is niet twijfelachtig. Tenslotte is op de prent: „De Laggende Law, de Treurende Actionist met de Smekende Mercurius” (Muller 3587, Van Stolk 3507) een treurende Actionist voorgesteld vóór wien een aantal actiën op den grond liggen, elk met een opschrift; daaronder is er één met het opschrift „Voor den Haag”. Merkwaardig is het derhalve wel, dat wij van deze, waarschijnlijk op den achtergrond gebleven, Haagsche Compagnie nog iets méér weten dan van de meeste andere. 110 DE WIJZE HAGENAARS EN DE WINDHANDEL

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 130