LUGDUNUM BATAVORUM
113
i) Miller, Itin., biz. XLIV, noemt alleen de kolonies. Voorbeelden
van municipia, op de Peutingerkaart met hetzelfde vignet aange
geven, zijn o.a. Verulam (St. Albans) en Vindobona (Weenen). Met
dit vignet worden ook aangegeven Venta Belgarum (Winchester),
de hoofdplaats van de civitas Belgarum; Venta Icenorum (Caister
next Norwich), de hoofdplaats van de civitas der Iceni; Isca
(Exeter), de hoofdplaats van de civitas der Dumnonii e.a. Over het
onderscheid zie J. Toutain, Les cites romaines de la Tunisie (1896),
biz. 321 e.v.; F. F. Abbot en A. C. Johnson, Municipal administration
in the Roman Empire (1926), biz. 3 e.v.; G. Collingwood, Romain
Britain (The Oxford History of England I, 1936, biz. 164-167).
8
kaart, welke haar naam dankt aan haar eersten uitgever,
den Augsburgschen raadsheer Konrad Peutinger, vindt
men de belangrijkste plaatsen door vignetten van ver
schillende typen aangeduid. Bij ons Lugdunum staat een
vignet geteekend, hetwelk geldt als aanduiding van de
volgende soorten van plaatsen:
a) centra van Romeinsche kolonies of municipia;
bgeromaniseerde hoofdplaatsen van inheemsche volks
gemeenschappen x).
Wat hieronder verstaan moet worden, zij met een enkel
woord toegelicht.
Een kolonie was een ter versterking van het Romein
sche gezag gestichte burgerlijke nederzetting van legioen
soldaten, wier diensttijd om was, of andere van overheids
wege uitgezonden kolonisten. Deze kolonisten waren
Romeinsche of Latijnsche burgers. Zij woonden in een
stad, het centrum van de kolonie, gewoonlijk gelegen op
of nabij de plaats van een oudere inheemsche nederzet
ting, en bezaten landerijen daarbuiten in het bij de stad
behoorende grondgebied van de kolonie.
Een municipium daarentegen was een stadsgemeente
van Romeinsche burgers of van personen, die het Latijn
sche burgerrecht bezaten, ontstaan door het verleenen
van het Romeinsche of Latijnsche burgerrecht en bloc