Jill
LUGDUNUM BATAVORUM
116
Tours
x) Libellus de fluviorum et montium nominibus VI, 4 (C. Miiller,
Geographi graeci minores II, 1861, biz. 644-’45).
2) Ueber Ursprung und Bedeutung der französischen Ortsnamen I
(Heidelberg, 1913), biz. 97-100.
3) Zie A. Steyert, Notes sur 1'histoire de Lyon (1910), biz. 30.
Rhóne-dal, de voornaamste toegangsweg uit Italië en het
Donaugebied naar Gallië, naar het Zuiden in de richting
van de Middellandsche Zee afboog, na zich met dat van
de uit het Noorden komende Saóne te hebben vereenigd.
De overlevering was nu, dat twee Keltische hoofden, die
van hun oorspronkelijke woonsteden waren verjaagd,
zich te Lyon op de hoogte van Fourvière vestigden, na
raadpleging van een orakel. Toen men de kuilen voor
de fundamenten begon te graven, kwamen er raven aan
vliegen, hetgeen een der hoofden, die verstand had van
waarzeggen, er toe bracht, den nieuwen bucht Lugdunum
te noemen. Volgens een zekeren Kleitophon, aan wien
de pseudo-Plutarchus deze bijzonderheden ontleende,
heette de raaf in de door dat hoofd gesproken taal lovyog
en de berg öovvov1). Aovyovöovvov beteekende volgens hem.
dus Ravenberg.
Gröhler 2) zag in dit stichtingsverhaal een aetiologische
sage, om het stadswapen, dat een raaf en een berg ver
toonde, te verklaren. Vast staat, dat op een te Orange
gevonden terra-cotta medaillon uit de eerste eeuw n. Chr.
de genius loci van Lugdunum voorkomt met een hoorn
des overvloeds en aan zijn voeten een op een aard- of
steenhoop zittende raaf. Op Romeinsche munten, te Lyon
geslagen, komt aan de voeten van den beschermgeest der
stad insgelijks een raaf voor. Een ravenkop treft men
zelfs reeds aan op een Gallische munt van vóór de
Romeinsche invasie 3). Vermeldenswaard is voorts het
voorkomen van een raaf op Merovingische munten uit
Laon in Noord-Frankrijk, dat bij Gregorius van