HAAGSCHE KUNSTVERZAMELINGEN
6
t
Zouden wij in de middeleeuwen verzamelaars onder
onze Haagsche burgers kunnen vinden? Het lijkt mij niet
waarschijnlijk, daarvoor was de algemeene cultuur nog te
gering. Zelfs onder de aanzienlijksten is van een nadere
bemoeiing met kunst tenzij dan voor het versieren van
kapel of altaar wel niet te spreken. De rekeningen der
graven uit het Hollandsche en Henegouwsche huis geven
ons weinig stof. De overlevering spreekt over den kunst
zin van Dirk II en zijn moeder, die de Abdij van Egmond
stichtten en begiftigden, maar er is niets gebleven, dat
ons dit zou bevestigen, en van de latere graven, die dan
sedert Willem II met Den Haag in nader contact zijn,
weten wij even weinig. Opdrachten aan kunstenaars (spe
lers, zangers en sprekers laat ik er buitenkomen spora
disch voor. Eerst in de dagen der Beijersche hertogen
wonderd kunstwerk uit onzen gezichtskring verdwijnt
door het wisselvallig lot bij veiling of kunsthandel, maar
er is toch ook aantrekkelijks in het standpunt, dat de De
Goncourts huldigden, toen zij in hun testament schreven,
dat de geheele, groote, smaakvolle kunstverzameling,
die zij zorgvuldig hadden bijeengebracht, weder onder
den hamer zou moeten worden gebracht, opdat de kunst
werken ook anderen hetzelfde genoegen van ontdekt,
gejaagd, verworven en geliefd worden, zouden kunnen
schenken, waarmee zij eenmaal aan hen onvergefelijke
uren hadden verschaft.
Laat men dus, is mijn slotsom, laat men dus, als ik een
overzicht geef van een reeks van ondergegane verzame
lingen en verdwenen kunstwerken, niet alléén denken aan
het verlies-zelf, maar dit beschouwen als een historische
noodzakelijkheid, aan welke tenslotte ook vele goede kan
ten zijn te ontdekken.