If LUGDUNUM BATAVORUM 126 Na deze voorafgaande toelichting kunnen wij ons wagen aan een vergelijking van het Lugnasad met het feest te Tara. Alles wijst er op, dat het eerste van ouderen datum dan het laatste was. De kronieken plaatsen de stichting van het Lugnasad zelfs omstreeks 1700 v. Chr. en nog verder terug 1doch, zooals te begrijpen is, kan men van de eerst bijna drieduizend jaar later grootendeels uit overleveringen opgeteekende kronieken geen nauw keurige dateeringen verwachten. In ieder geval is het opvallend, dat het jaarbegin op 1 November met het jongere feest te Tara en niet met het oudere Lugnasad samenvalt. Men kan zich dus met reden afvragen, of dit jaarbegin wel het oudste was. Nu kennen de oude lersche wetten inderdaad een andere indeeling van het jaar in twee ongelijke deelen, te weten een zomerdeel van 1 Maart tot 31 Juli en een winterdeel van 1 Augustus tot 28 Fe bruari 2). Waar het jaar volgens de algemeene opvatting van de Kelten met den winter begon, evenals bij hen de nacht aan den dag voorafging, is aan te nemen, dat het wettelijk jaar van de Ieren op 1 Augustus aanving. De eerste Augustus was tevens de dag, waarop in Ierland de herfst begon. Het oud-Iersche woord voor herfst is Fogmur, wat letterlijk „onder den winter” beteekent 3). Uit den reeds genoemden naam Samain einde van den zomer voor den eersten November blijkt evenwel, dat er in Ierland twee opvattingen van den herfst hebben be staan: volgens de eene opvatting behoorde hij tot den winter en volgens de andere tot den zomer. Op grond van het voorgaande wil het ons voorkomen, dat het jaarbegin op 1 Augustus de oudere jaartelling 1) Westropp, t.a.p., blz. 142. 2) Joyce, Social history II, blz. 390 (Book of Rights LIII). 3) J. Loth, LAnnée celtique d’après les textes irlandais etc. (Revue celtique XXV, Paris, 1904), blz. 128.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 146