HAAGSCHE KUNSTVERZAMELINGEN
8
weggehaald,
1400 goud-
een groot kunstenaar binnen den Haagschen horizon. Het
wordt aangenomen, dat hij misschien reeds eerder, maar
in elk geval van 1422 tot 1424 aan het hof in Den Haag
heeft gewerkt. Die vroegere relatie was er een met Willem
VI: in de beroemde Heures de Turin, in welke men de
hand der Van Eijcks, in elk geval hun invloed ziet, komt
een bladzijde voor, waar wij dezen graaf zien, begroet door
zijn dochter aan de kust van Walcheren. Six heeft eens
de meening verkondigd, dat deze graaf ook de besteller
van het Lam Gods-altaar in Gent zou zijn geweest. Ik
geloof niet, dat hij daarvoor instemming gekregen heeft en
ik wil het ingewikkelde geval verder voorbij gaan. Met
vrou Jacop was trouwens de reeks der landsheeren, die
nog in Den Haag woonden, gesloten. De Bourgondiërs
kwamen er, maar hun kunstbezit hebben zij elders be
waard. Het waren nu de stadhouders, die de voornaam-
sten waren; een tijdlang was het Karei, de latere hertog,
maar meestal was het een lid uit een aanzienlijk Hol-
landsch geslacht: Egmonden en Wassenaars, bijvoorbeeld.
Van enkele hunner uit de 2de helft der 15de eeuw als
graaf Jan van Egmond (afb. 1en Johan van Wassenaar
kennen wij portretten; ook van heeren van Naaldwijk.
Dat hun huizen eenige kunstwerken bevatten, mogen wij
wel aannemen, en als in de zestiende eeuw Maarten van
Rossum Den Haag plundert en brandschat, dan vinden
soldaten zooveel van „alderhande scat”, dat zij slechts
„namen van 'tbest ende lieten het ander lechghen”; wat
uit het groote huis der Van Wassenaars was
werd weder teruggeven tegen betaling van
guldens; het was, meldt de kroniekschrijver, wel twee
maal zooveel waard, maar ook het eerste bedrag zou er
zeker op wijzen, dat de inboedel tal van kostbare kunst
werken bevatte.
Maar dan is ook voor de kunstwaardeering in het alge-