LUGDUNUM BATAVORUM
132
1) Zie C. Koch, Gestirnverehrung im alten Italien (Frankfurt am
Main, 1933), biz. 39, 109-113. Voor de analogie met den Griekschen
Helios zie aldaar biz. 28-29, 114-115.
lersche sagen onder een grafheuvel heet -te wonen, is
met deze opvatting niet in strijd, omdat hij met een held
en koning van de Tuatha Dé Danann vereenzelvigd is,
wier geesten voortleefden in de Sidhe, de grafheuvels.
Leerrijk in dit opzicht is, wat Koch ten aanzien van den
oorsprong van de Romeinsche zonnevereering heeft uit
eengezet. Tot de oudste góden van het Romeinsche pan
theon behoort Sol Indiges, wien jaarlijks op 8 Augustus
op den top van den Quirinalis een publiek offer werd
gebracht. Koch weet aannemelijk te maken, dat de zonne
god Sol in het oude Latium als stamvader werd vereerd,
die samen met de Moeder Aarde het eerste menschelijke
leven verwekte. Uit de voorstelling van den zonnegod als
stamvader laat zich de convergentie verklaren van het
solaire en het chthonische of onderaardsche karakter,
dat Sol Indiges evenals Lug eigen was 1
Hierboven is reeds gewezen op de overeenstemming
in datum van het Lugnasad en het feest, dat op den Isten
Augustus te Lyon werd gevierd. Daar kwamen bij het
altaar van Roma en Augustus, gelegen op den landtong
tusschen Rhöne en Saóne, jaarlijks de afgevaardigden
van alle stamstaten uit de drie Gallische provincies bijeen.
Dit heiligdom werd den eersten Augustus van het jaar
12 v. Chr. ingewijd met het te Rome welbewuste politieke
doel, door invoering van den keizercultus als symbool
van trouw de verdere pacificatie van het Gallische
Westen te dienen. Het lijdt geen twijfel, dat, om de ver-
eering van den regeerenden keizer daar ingang te doen
vinden, gelijk elders in analoge gevallen van een zooge
naamde Interpretatie Romana, d.w.z. gelijkstelling van