I
LUGDUNUM BATAVORUM
135
Zie Raingeard, t.a.p., biz. 454 e.v.
2) Over den Keltischen god met het rad, zie thans P. Lambrechts,
Contributions a l'étude des divinités celtiques (Werken uitgeg. door
de Facult. van de Wijsbegeerte en Letteren der Rijksuniversiteit van
Gent 93e afl., Brugge, 1942), blz. 64-79.
3) Volgens Lambrechts, t.a.p., blz. 76 en 95 vereenigde de Galli
sche god met het rad Taranis in zich de eigenschappen van Juppiter
en Apollo. Voor het rad in verband met den cultus van Apollo zie
H. Gaidoz, Études de mythologie gauloise I (Paris, 1886), blz. 47-48.
4) Zie Koch, t.a.p., blz. 53 en 106 e.v.
noemde maanden alle in den winter vielen t) maar
niet bij een feest, dat midden in den zomer plaats vond, een
feest, naar alle waarschijnlijkheid gewijd aan den Gal-
lischen zonnegod.
In de spaarzame gegevens, die wij over den Gallischen
godsdienst bezitten, wordt niet met zooveel woorden van
een zonnegod gerept. Wel komen op altaarsteenen zonne-
raderen voor, soms vergezeld van inscripties, waarin de
Romeinsche godennaam Juppiter wordt vermeld 2Hier
mede is, zooals van zelf spreekt, nog niet gezegd, dat Jup
piter de eenige Interpretatie Romana van den Gallischen
zonnegod was 3). In de Gallo-Romeinsche inscripties
worden de inheemsche góden soms met dezen, soms met
genen Romeinschen god gelijkgesteld. Volgens Caesar
droeg de Gallische Juppiter het karakter van een alge-
meenen hemelgod, niet een uitsluitend solair karakter.
Op het zonnegod-karakter van den Romeinschen Jup
piter is onlangs nog weer eens de aandacht gevestigd 4)
maar dit helpt ons niet voor het onderhavige probleem.
Wil men het in zijn kern benaderen, dan dient ook hier
weer van het feest op den eersten Augustus te worden
uitgegaan.
Indien het door de Romeinen ingestelde feest te Lyon
werkelijk zijn voorlooper in een Gallischen feestdag had,