- LUGDUNUM BATAVORUM 139 Aangehaald in Migne, Dictionnaire universel de mythologie ancienne et moderne (Paris, 1855), koi. 103. 2) Libellus de fluv. VI, 3. Belangrijk voor ons is de pluktijd in het warmste deel van den zomer en de magische werking als afweermiddel tegen droogten, omdat dit voor een vereering van den Gallischen Apollo speciaal omstreeks het midden van den zomer pleit. Interessant is ook de verklaring van Apollo’s bijnaam Medicus, dien hij te Rome droeg, door den 15de- eeuwschen Italiaanschen oudheidkundige Aleandro in verband met de zonnewarmte, die de planten doet rijpen, waaruit artsenijen bereid worden t). In het tractaat de [luviorum van den pseudo-Plutarchus, hetwelk de stichtingslegende van Lyon bevat, wordt ver meld, dat bij het samenvloeiingspunt van Rhone en Saóne een op een zoutklomp gelijkende steen gevonden werd, die, wanneer men hem bij afnemende maan met de linker deden van het lichaam aanraakte, de vierdedaagsche koorts genas 2). Even ten Zuiden van Lyon bij de samenvloeiing van genoemde rivieren ligt nu nog een oord, Pierre Bénite geheeten, dat mogelijk zijn naam aan den bewusten steen ontleent. Zoo zijn er, alles bij elkaar genomen, verschillende aanwijzingen, die tot de gevolg trekking zouden kunnen leiden, dat Lyon een oud centrum van Apollo-vereering moet zijn geweest. Een rechtvaardiging van deze zienswijze levert ons de stichtingslegende van die plaats, welke gesticht zou zijn door twee Keltische hoofden, Momoros en Atepomaros. In de stichtingslegende vervult Atepomaros een zwijgende rol. Momoros, die een ervaren auguur heet te zijn, is de handelende. Hij merkt de raven, die in de nabijzijnde boomen neerstrijken, op en besluit, dat de stad, waarvan zij bezig zijn de grondvesten te leggen, Lugdunum, d.i.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 159