LUGDUNUM BATAVORUM 147 Batavodurum wordt genoemd. Op de in dit werk voor komende kaart van Gallië, welke den toestand in de eerste eeuw n. Chr. weerspiegelt, zijn uitsluitend burgerlijke ne derzettingen aangegeven, hetzij zuiver inheemsche, hetzij door de Romeinen gestichte kolonies of fora markt plaatsen), hetzij bij legerplaatsen uit kraampjes van zoete- laars gegroeide barakkensteden, zooals Tacitus ons be schrijft, aangeduid door den naam van het legioen, dat daar zijn standplaats had, waarbij soms ook nog een inheem sche naam is gevoegd. Naar alle waarschijnlijkheid moet Batavodurum vereenzelvigd worden met een inheemsche nederzetting in of nabij Nijmegen, die na den Bataafschen opstand (69 n. Chr.) door het ter plaatse van het huidige havenkwartier verrezen Noviomagus vervangen werd. Durum is een Gallische benaming voor vesting of burcht. Zoodoende mag als zeker worden aangenomen, dat de naam Batavodurum althans gedeeltelijk Gallisch is. Hier uit blijkt, gelijk Cramer opmerkte, dat de Bataven, die men gewoonlijk als onvervalschte Germanen pleegt te beschouwen, voor Gallische invloeden in het algemeen niet ontoegankelijk waren1). Onlangs heeft Brunsting 2) een andere verklaring aan de hand gedaan, door de Keltische elementen in de beschaving van de Bataven aan Keltische beïnvloeding van dit volk in Hessen, het land van zijn oorsprong, toe te schrijven. Kan Batavodurum nog als een tweeslachtige naam worden opgevat, bij Lugdunum is dit uitgesloten. Als rationeele oorsprong van dien naam kan dan ook alleen aan een naamgeving door Kelten, waarvan mogelijk res ten, zij het ook gering in aantal, tusschen de binnenge- 1) F. Cramer, Deutschland in römischer Zeit (Berlin-Leipzig, 1920), biz. 13. 2) Het grafveld onder Hees bij Nijmegen (Amsterdam, 1937), blz. 206.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 167