LUGDUNUM BATAVORUM
150
kenner van Grieksche handschriften in Italië, vervaardigd moet zijn
in de eerste eeuwen n. Chr., uiterlijk in de zesde of zevende eeuw.
Ptolemaeus heeft daarin de geheele toenmalige bewoonde
wereld, voor zoover hem die bekend was, in kaart ge
bracht en ondermeer ook Gallië.
Het gedeelte van de kaart van Gallië, dat voor ons
onderzoek van belang is, vindt men weergegeven aan
den voet van een schetskaartje van Nederland en de
Belgische kust (zie fig. 2), zóó, dat het punt, hetwelk bij
Ptolemaeus kaap Itium heet, samenvalt met kaap Griz
Nez, alwaar de kustlijn, gelijk ook op de kaart van
Ptolemaeus staat aangegeven, een hoek van bijna 90°
maakt. Op het hier afgebeelde stuk van de kaart komen
voor de Tabula Scheldede Mosa Maasen de Rhenus
(Rijn), de laatste met drie armen in zee stroomende, een
westelijken (de tegenwoordige Oude Rijn), een middel-
sten (vermoedelijk de Vecht) en een oostelijken arm
(vermoedelijk de IJsel). Wat ons terstond treft, is, dat
Ptolemaeus het kustgedeelte, waar bovengenoemde rivie
ren uitmonden, nagenoeg geheel voqrstelt door een lijn,
loopende van West naar Oost. Ten gevolge hiervan
richten de genoemde rivieren zich op de kaart in vrijwel
noordelijke richting naar zee.
In het kustgedeelte tusschen de Maas en den weste
lijken Rijnarm is de plaats Lugdunum (Aovyóöovvov)
in den tekst van het werk aangeduid als Aovyóöetvov
Bmaufov (Bmavtov) geteekend; voorts vindt men er nog,
maar meer naar het binnenland, Batavodurum, de oude
Bataafsche nederzetting in de buurt van Nijmegen, op aan
gegeven. Uit de graadverdeelingen aan de randen van de
kaart en uit de bij de kaart behoorende tabellen in het
tweede boek van den „Leidraad” kunnen de geografische
lengten en breedten van de verschillende riviermonden