LUGDUNUM BATAVORUM 151 Ptolemaeus’ „Leidraad" geeft: kaap Itium mond Tabula mond Mosa Lugdunum Batavorum west. Rijnmond midd. oost. x) De getallen, voorkomende in den tekst van den Codex Urbinas, komen met die van de kaarten overeen, doch wijken eenigszins af van bleven uitgave van Ed. Müller 22° 15' 30' 40' 30' 45' 23° 24° 26° 26° 27° 27° 20' tijd (T.A.G. 2de serie XL, 1923, blz. 120-126); vgl. Nog iets over de orienteering in vroeger tijd (T.A.G. 2de serie XLI, 1924, blz. 177). en plaatsen worden afgelezen i)Die tabellen bevestigen, wat de kaart te zien geeft, namelijk dat het algemeen beloop van de kust volgens Ptolemaeus West-Oost is. Eerst bij den middelsten Rijnmond begint zij sterk naar het Noorden af te buigen. In een artikel, getiteld; ,,De geografische plaatsbepa ling van Ptolemaeus aan de Hollandsche kust” heeft Schoo deze voorstelling van het beloop van de kust trach ten te verklaren door er op te wijzen, dat langs de Hol landsche en Vlaamsche kusten in vroeger tijden een orienteering moet hebben bestaan, waarbij de richting Z.W.-N.O. werd aangesproken als West-Oost 2). Vol gens den Leidschen oud-hoogleeraar Muller, die vóór Schoo op dit verschijnsel de aandacht vestigde, zou Ptole maeus’ voorstelling van het beloop der kustlijn aan de berichten van Zuid-Europeesche zeevaarders zijn ont leend 3). Zooals de Fransche onderzoeker Berthelot in een aantal recente publicaties heeft uiteengezet, berustte het meerendeel van de door Ptolemaeus als basis voor zijn kaarten verzamelde of berekende posities niet op astro- 53° 30' 53° 30' 53° 30' 53° 20' 53° 30' 53° 10' 54° 22° 23° 30' 24° 45' 26° 30' 26° 45' 27° isl. 28° j*r 2) Zie T.A.G. 2de serie LI (1934), blz. 40. 3) Een cartografische vraag nopens de orienteering in vroeger die, welke Müller in zijn veelgebruikte, doch helaas onvoltooid ge- Urbinas 53° 30' 53° 30' 53° 20' 53° 20' 53° 20' 53° 10' 54°

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 173