LUGDUNUM BATAVORUM 154 dat Ptolemaeus met Egyptische stadiën werkte. Ter illustratie moge het volgende voorbeeld dienen: voor den fundamenteelen afstand van de antieke kaarten, te weten het interval tusschen den westelijken Nijlmond en de zuilen van Hercules (Gibraltar), geeft Ptolemaeus 53° 30' aan. Het door hem aangegeven interval, gemeten volgens den gemiddelden lengtegraad van zijn kaarten voor Spanje en Egypte, komt overeen met 21760 stadiën. Eratosthenes, die eveneens met Egyptische stadiën rekende hij berekende den omtrek van de aarde 40070 km) op 252000 stadiën 39690 km), vgl. A. Oxé, Die römische Meile eine griechische Schöpfung (Bonner Jahrbücher CXXXI, 1926), blz. 238 stelde het interval tusschen den weste lijken Nijlmond en de zuilen van Hercules op 21500 stadiën. B 1,2,4. lengte van één lengtegraad op de kaart van Gallië komt derhalve overeen met 52,4475 km. Volgens de kaart van Ptolemaeus, die Lugdunum 15 minuten van den weste lijken Rijnmond af plaatst, zou dit oord dus op ongeveer 13 km afstand van den mond van den Ouden Rijn ge legen moeten hebben. Bij zijn bespreking van het gebruik van gegevens, ont leend aan afstandswijzers, beveelt Ptolemaeus aan, van de daarin opgegeven afstanden iets af te trekken wegens de mogelijke afwijkingen van den rechten koers, ten einde den afstand, volgens hemelsbreedte gemeten, te krij gen i). Daar hij bovendien bij zijn herleidingen de af standen tot op vijf minuten afrondde, kan van een nauw keurige afstandsbepaling hier geen sprake zijn. De voornaamste conclusie, welke uit de kaart van Gallië van Ptolemaeus is af te leiden, is echter deze, dat Lugdunum niet aan den mond van den Rijn kan hebben gelegen. Tot hetzelfde resultaat komt men bij de bestudeering van de hierna te bespreken bronnen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 176