LUGDUNUM BATAVORUM 158 x) S. Muller Pz„ De wording der stad (Oud-Utrechtsche vertel lingen, 1904, biz. 1-13), aangehaald door Byvanck, Oudheidk. Jaar boek 1936, biz. 110. onrechte echter, want, zooals wij zagen, kunnen de een heden van de Peutingerkaart langs de Rijnroute geen M.P. zijn. Er is dus op de een of andere wijze een fout begaan. Voor de lengte van een ander weggedeelte, dat tus- schen de stations Albanianae en Carvo (ne), geeft het Itinerarium 48 M.P., terwijl dit volgens de Peutinger kaart 43 eenheden meet. De oorzaak van deze afwijkingen heeft men tot dus verre veelal gezocht in fouten, die in de getallen van de Peutingerkaart zouden zijn ingeslopen. Wij zouden er niet graag voor instaan, dat alle op de kaart voorkomende getallen juist zijn, maar wij hebben bij ons onderzoek een gunstiger indruk gekregen van de nauwkeurigheid van de op die kaart voorkomende getallen dan daaraan in het algemeen is toegekend. Hoe men echter hier ook over moge denken, één ding is zeker: onderstelde fouten in die getallen mogen nimmer den grond slag van een berekening vormen. Het Itinerarium noemt als tusschenstations tusschen Albanianae en Carvo(ne) Traiectum en Mannaritium, welke laatste twee stations op de Peutingerkaart niet voorkomen. De naam Traiectum overgang geeft te denken. Aldaar zou een weg op den noordelijken oever van den Rijn kunnen zijn overgegaan. Traiectum is altijd in verband gebracht met het tegenwoordige Utrecht 1) Blijkens de bodemvondsten moet er inderdaad reeds in den Romeinschen tijd verkeer hebben bestaan langs den ouden hoofdweg, die van Utrecht via Zeist en Driebergen in de richting van Rhenen loopt. Deze weg snijdt de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 181