LUGDUNUM BATAVORUM 168 de daaroverheen de gedachte te genoemde strooken hooger terrein en voerende verkeerswegen, die wij, om bepalen, aanduiden met: 1een richtingsas Voorschoten-Rijswijk; 2) een richtingsas Haagsche Schouw-Maaldrift-Haag- sche Bosch, waarvan het beloop gedeeltelijk samen valt met een belangrijken verkeersweg uit de Middel eeuwen, den Rijnweg 1 Van 's-Gravezande liep deze weg langs Monster („Den Rijn- wech dye verbij Monster naer ’s-Gravesande loopt" in een acte uit 1628, Alg. Rijksarchief, archief Rekenkamer Holland, 723c bis; vgl. voor dit gedeelte een acte uit 1501 in het archief van den Heiligen Geest te Naaldwijk) achter den Delftschen watertoren over Ocken- rode op Meer en Bosch aan (zie Pabon, t.a.p., blz. 12-13 en zelfde schrijver in dit jaarboek 1925/27, blz. 32 e.v.). Ter plaatse van Ocken- rode wordt hij reeds genoemd in een oorkonde van 1429 (A.R. archief Nassausche Domeinen 6525, f. 351 in verband met een acte uit 1716, aanwezig in het oud-rechterlijk archief van Monster C XV 30, f. 154-155, en de kaart no. 2376 der kaartenverz. Nederland). Van daar liep hij in de richting van Hanenburg (blijkens een oorkonde uit 1486, waarin als zuidelijke belending van de hofstede, gelegen tus- schen de Meerwoning, thans Meer en Bosch, en de voormalige Kloosterswoning aan het Nieuwe Slag, de Rijnwech wordt genoemd, zie A.R., oud-archief v. h. St. Nicolaas-Gasthuis te 's-Gravenhage, no. 94, f. 88). Bij Hanenburg boog hij af naar de Laan van Meerder- voort (zie kaart van Delfland van Cruqius uit 1712, A.R. kaartboek H), volgde de Javastraat (Gemeente-archief Den Haag, klapper transportregisters 1538-1570, nos. 365, 463; 1581-1590, no. 745), den Wassenaarschen weg (acte van 6 Juli 1587 in het Cartularium van Jhr. Arend van Dorp, f. 30 v?, waarop de Algemeene Rijksarchivaris, Mr. R. Bijlsma, de vriendelijkheid had, mijn aandacht te vestigen), ging dwars over Duindigt en Groot-Hoefijzer (acte van 1455, zie C. Overvoorde, Archieven van de (Leidsche) Gasthuizen II, 1913, reg. 1759), waar evenals bij Ockenburg sporen van oude bewoning zijn aangetroffen (zie Gezigten in de omstreken van 's-Gravenhage en Leyden, door P. Lutgers, met geschiedkundige aanteekeningen door W. Hofdijk, 1855, blz. XI-XII), naar een punt even voorbij de oprijlaan van Rust en Vreugd aan den Leidschen straatweg (zie de kaart no. 240 c.c. in het oud-archief der gemeente Wassenaar).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 193